Cheyenne Bouthoorn

  Woont in Almere      para atletiek     Tokio 2021        Nederlands Kampioen 2016 | 2017 | 2018 | 2019
 

‘De Paralympische Spelen zijn mijn ultieme droom’


Cheyenne Bouthoorn (23) uit Almere heeft als para-atlete al heel wat internationale wedstrijden gedaan. Haar favoriete onderdelen zijn de 100 en 200 meter sprint en kogelstoten. Niet zonder succes: haar prijzenkast is inmiddels goed gevuld met gouden en zilveren medailles. De ultieme prijs ontbreekt nog: een Paralympische medaille.

De Almeerse heeft nog één onderdeel te gaan en dan is haar plek op de Paralympische Spelen in Tokio deze zomer helemaal zeker. ‘Het is echt mijn ultieme droom. Op de talentdag van NOC*NSF zag ik een filmpje van het paralympische dorp in Rio de Janeiro. Ik zei tegen mijn moeder: “Daar wil ik heen!” En die droom wordt nu werkelijkheid.’

Droom achterna
Cheyenne werd geboren met een hersenafwijking en ging op haar zesde op G-hockey. ‘Een mooie sport, maar ik was het op een gegeven moment wel zat’, lacht ze. ‘Ik wilde graag een individuele sport doen en zo kwam ik op atletiek uit.’ Inmiddels traint ze fulltime op Papendal. ‘Ik wist: deze kans moet ik grijpen.’ Sprinten, dat doet ze nu eenmaal het allerliefste. ‘Sprinten en helemaal kapotgaan. Heerlijk! Mijn te behalen limiet op de 100 meter was 15.20 en dat heb ik gehaald want ik sprintte vorig jaar al 15.12. Vlak voor een wedstrijd, in de callroom, giert de adrenaline door mijn lijf. Als ik dan in het startblok sta en wacht op het startschot, ben ik gefocust en is de spanning weg. Dan ben ik klaar om te presteren. Dat hoort er ook bij, hè? Als het startschot gaat en ik begin met rennen, is het weg. Dan wil ik nog maar één ding: winnen.’

Wonen aan het water
De para-atlete groeide op in Almere en gaat ieder weekend naar huis. Dan is ze ook echt thuis. ‘Ik ren eerst naar boven naar mijn kamer om keihard mee te zingen met muziek. Daar word ik rustig van. Een andere hobby van mij is dieren kijken en dat kan heel goed in de Oostvaardersplassen en de Lepelaarsplassen.’ Die ongerepte natuur is op het nieuwe land altijd dichtbij. Net als het water. ‘Als ik vanuit ons huis over het water kijk, besef ik me hoe mooi ik woon hier in Flevoland.’