Voormalig voorzitter Sportservice Flevoland - Ronald Wilcke

Voormalig voorzitter Sportservice Flevoland - Ronald Wilcke

“Goed ingespeeld op nieuwe realiteit”

Ronald Wilcke begon in 2004 als bestuurslid van Sportservice Flevoland om in 2007 de voorzittershamer over te nemen van Piet Brouwer. Tot januari 2015 zou Wilcke als voorzitter actief blijven; een functie die hij combineerde met zijn baan in het onderwijs en diverse andere maatschappelijke nevenfuncties. We kijken met hem terug op een roerige, maar mooie tijd bij Sportservice Flevoland.

De terugblik start als in 2004 Wilcke gevraagd wordt om voorzitter te worden. Op dat moment was John Bos de gedeputeerde van dienst met portefeuille sport. Het feit dat Bos die positie bekleedde was voor Wilcke een belangrijke reden om ja te zeggen tegen het voorzitterschap. Wilcke: “Bos gebruikte in die tijd Sportservice Flevoland om zijn voorkeur voor sport uiting te geven. Dat zorgde voor enige weelde binnen de organisatie. Er was veel mogelijk en dat maakte het voor mij extra leuk om als voorzitter naar voren te treden. Later had ik aan Jaap Lodders ook een hele goede partner als het gaat om krachten bundelen in de Flevolandse sport, zoals dat ook op het oude land al gebeurde.”

Politieke agenda

De bomen groeide tot aan de hemel, maar na verloop van tijd ontstond er toch wat discussie over de provinciale rol aangaande sportbeleid. Wilcke: “Noordoostpolder is totaal anders dan Dronten en Zeewolde, terwijl Lelystad en Almere weer totaal anders zijn dan die twee plaatsen. De teloorgang van de provinciale sportverkiezingen is daar één van de gevolgen van. In de laatste twee jaren van mijn voorzitterschap werd de prioritering van de sport op de politieke agenda duidelijk minder. We kregen minder middelen en dat heeft tot een transitie geleid die een einde maakte aan de weelde.” 

Op eigen benen staan

“Sportservice Flevoland werd afgeslankt, waardoor er ook wat spanningen ontstonden. Ook zijn er gesprekken gevoerd om de krachten met Noord-Holland te bundelen. Dat was een goede optie geweest, maar de cultuurverschillen waren uiteindelijk toch net te groot. Nadat we Sportservice Flevoland financieel gezond hadden afgeslankt en bestuurlijk hadden ingebed bij De Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland was het voor Onno Vermooten, Jan Korf, Roely Graman en mij het moment om terug te treden als bestuursleden. Het nieuwe, kleinere team moest en kon op eigen benen staan.”

Noodzakelijke focusverlegging

In de ruim tien jaar als voorzitter werkte Wilcke met de rest van het bestuur vooral aan de vraag: hoe kunnen we andere inkomsten genereren waardoor Sportservice Flevoland onafhankelijk kan opereren? Terugkijkend op zijn voorzitterschap concludeert Wilcke dat de omslag die toen gemaakt is een goede spin-off heeft veroorzaakt. Zo werd de structuur voor de breedtesport verbeterd en de identiteit van Sportservice Flevoland verder versterkt. De organisatie ging in feite weer back to basic. “Daar waren we ook niet chagrijnig over hoor. De vervetting in de maatschappij, met name bij jongeren, zorgde ervoor dat de focusverlegging noodzakelijk werd. Sportstimulering in de eigen provincie werd het nieuwe toverwoord. Sportservice Flevoland was toen ook het provinciale Olympische steunpunt. De Provincie had op dat moment - met John Bos als gedeputeerde van dienst – vergaande ambities om de Olympische spelen naar Nederland te halen. In 2008 zijn we met de directie op verzoek van de Provincie meegegaan met een Provinciale delegatie naar de Zomerspelen in Beijing. Aldaar spraken we met de Amsterdamse delegatie over de mogelijkheden voor een Olympische Spelen in Nederland.”

Versobering 

“Na de versobering, ingezet in 2012, moest er ineens weer veel creatiever omgegaan moest worden met de beschikbare middelen en dat zorgde er tegelijkertijd voor dat er door zowel Sportservice Flevoland als de provincie weer meer en meer dichter bij huis gekeken werd.” 

Nieuwe realiteit

Wilcke kwam hierdoor samen met het bestuur en het toenmalige team voor een pakket nieuwe (mooie) uitdagingen te staan: “Zo gingen we aan de slag met vraagstukken als: hoe krijgen we jongeren die aan de sociaal-maatschappelijk zwakkere kant staan toch aan het sporten in Flevoland? Door veel met elkaar te praten zagen we allemaal wel in dat dit de nieuwe realiteit was en daar is uiteindelijk ook behoorlijk goed op ingespeeld. Mijn ervaringen vanuit het onderwijs kwam daarbij goed van pas. Het was een mooie uitdaging voor sportminded Flevoland die naar mijn mening uiteindelijk goed heeft uitgepakt.”

Vraag gestuurd werken

“Er werd een kernteam geformeerd dat het label Sportservice Flevoland in de lucht wist te houden. Op die basis wordt nog steeds voortgeborduurd: vraag gestuurd werken voor de Flevolandse partners waarmee we samenwerkten. De regionale bijeenkomsten die we organiseerden, leverden ons bruikbare informatie op, waardoor we goed op de hoogte waren van de vragen en wensen bij sporters en sportverenigingen. Zo konden we efficiënter werken en met minder mensen toch veel voor elkaar krijgen. En die methodiek wordt nog altijd met succes toegepast.”

“Enorme meerwaarde voor nu en in de toekomst”

Sportservice Flevoland veranderde tijdens zijn voorzitterschap van organisatie waar alles kon naar een organisatie die alleen in actie kwam daar waar ze echt nodig waren. Wilcke: “We gingen niet alleen maar zenden, maar ook ontvangen. Door gebruik te maken van alle persoonlijke netwerken is het Sportservice Flevoland tot op de dag van vandaag gelukt om telkens de juiste verbindingen te leggen, kennis te bundelen en die kennis in te zetten om elkaar verder te helpen. Ik bewonder de kracht en kwaliteit van de medewerkers bij Sportservice Flevoland die een behoorlijk netwerk in de sport hadden opgebouwd als fundament voor de activiteiten van Sportservice Flevoland. Hierdoor heeft de organisatie voor Flevoland een enorme meerwaarde verkregen voor de sporters van nu en voor de jeugdige talenten die in de toekomst het sportbeeld gaan bepalen.”