In de ontwikkeling van de Flevolandse sport is de periode waarin Monica Visser als directeur betrokken is geweest bij Sportservice Flevoland een cruciale tijd. De organisatie ontwikkelde zich onder haar leiding van jonge organisatie naar een volwassen instituut voor sport- en beweegstimulering in Flevoland. Zoals in elke ‘pubertijd’ ging dat proces met vallen en opstaan, maar Visser kijkt vooral tevreden terug op vijftien jaar Sportservice Flevoland.
Haar interesse voor de provincie Flevoland ontstond op natuurlijke wijze doordat haar opa als schipper nog over de voormalige Zuiderzee had gevaren. De interesse voor sport loopt ook als een rode draad door haar leven. Basketball is daarbij het startpunt van haar sportloopbaan geweest. Als beoefenaar, maar ook als functionaris bij de Nederlandse Basketbalbond (NBB). Ook sporten als korfbal en later bergsport, squash en momenteel - vanuit haar functie bij de Nederlandse Roeibond - ook de roeisport horen bij haar brede pallet aan interesses voor sport en bewegen.
Volwassen worden
In augustus 1997 begon Visser als opvolger van Hans Gootjes aan het bijna vijftien jaar lange carrière als directeur van Sportservice Flevoland. Het tijdperk Visser zou eindigen in maart 2012, waarna ze als directeur van de Koninklijke Nederlandse Roeibond (KNRB) aan de slag ging. “Ik kreeg bij SSF te maken met een stevige, jonge organisatie. Ook herinner ik mij nog dat we destijds vanuit een woonpand vlak achter het provinciehuis moesten werken. Echt een woning voorzien van een badkamer, dus dat was wel bijzonder. Eén van de dingen die veranderde bij het volwassen worden van de organisatie was de verhuizing naar het provinciehuis zelf. Dat had echter ook weer voor- en nadelen, maar hierdoor werd Sportservice Flevoland wel direct een stuk zichtbaarder.”
Breedtesportimpuls
Eén van de belangrijkste wapenfeiten uit die tijd was de Breedtesportimpuls ingegeven vanuit de Rijksoverheid. “We zijn begonnen met ons dingen af te vragen: waarom doen we dingen wel en waarom niet? Eén van de dingen die daaruit voort is gekomen was de Breedtesportimpuls. Dat hield in dat we als een soort marktkooplui naar de gemeenten toe konden gaan met de mededeling: wij hebben hier een euro, die euro verdubbelen wij als jullie meedoen aan de Breedtesportimpuls. Dat heeft een hele brede financiële injectie aan het provinciale en gemeentelijke sportbeleid gegeven.”
Samenwerking met gemeenten
Vanuit de driehoek provincie, gemeente en Sportservice Flevoland konden verenigingen hiermee geholpen worden. De Flevolandse verenigingen kregen menskracht, expertise en adviezen op hulpvragen om kaders inhoud te geven, faciliteiten op orde te brengen en zelfs voor het bereiken van inwoners van Flevoland om zich als lid aan te sluiten bij hun club of vereniging. Visser: “Onze pioniersrol werd door de diverse gemeenten overgenomen. Daarmee verkreeg Sportservice Flevoland voor de gemeenten in Flevoland direct veel meer waarde. Er waren simpelweg meer mogelijkheden om (beleids)plannen daadwerkelijk uit te voeren.”
Verenigingsbegeleiders en congressen
De vraagbaakfunctie van Sportservice Flevoland werd daarbij gehandhaafd door verenigingsbegeleiders op te leiden en aan te stellen. Ook werden er jaarlijks congressen gehouden waarbij verenigingen elkaar konden ontmoeten, kennis delen en kennis konden vergaren. “Zo hebben we ook de verenigingen geholpen bij het volwassen worden.”
Sportkracht 12
Ook buiten de provinciegrenzen werd hard gewerkt aan het verbeteren van het Flevolandse sportklimaat. Visser was in haar tijd als directeur één van de initiatiefnemers voor Sportkracht12, een organisatie die ook nu een verbinding vormt tussen de twaalf sportservicebedrijven in Nederland. “Het investeren in en gezicht geven aan Sportkracht 12 en de gebundelde kennis, ervaring en netwerken maakten Sportkracht12 tot een krachtige schakel tussen de landelijke en lokale sportwereld.”
Integratie
Toen in 2012 het Breedtesportimpuls project stopte, vonden er binnen Sportservice Flevoland ook ingrijpende veranderingen plaats. Sportservice Flevoland werd geïntegreerd in de omgevingsdienst Flevoland (OMFL) en was niet langer een zelfstandig opererend orgaan. Visser betreurt nog altijd dat de organisatie op dat moment wat slagkracht moest inleveren en zag het hele proces met lede ogen aan. Visser: “Ik had in andere regio’s van Nederland gezien dat samenvoegingen later weer werden teruggedraaid. In die vijftien jaar als directeur van Sportservice heeft het team waarmee ik werkte een prachtige infrastructuur weten op te bouwen. Toen een veel kleinere groep ‘professionals’ die opgebouwde infrastructuur in stand moest houden, hield ik mij hart wel even vast. Gelukkig is de organisatie nu weer langzaam aan het groeien en komen er steeds meer mensen bij om de functie, die Sportservice Flevoland in het Flevolandse sportlandschap heeft, uit te kunnen voeren.”
Breder perspectief
Bij die uitvoering zijn volgens Visser bevlogen bestuurders als Dick van Hemmen, John Bos en Harold Hofstra die het bredere perspectief van een goed provinciaal sportbeleid inzien onontbeerlijk. Maar ook vrijwilligers bij verenigingen alsmede gepassioneerde bestuurders van Sportservice Flevoland zoals Piet Brouwer en Jan Korf verdienen hierbij een eervolle vermelding. “Flevoland mag zich gelukkig prijzen dat er in de afgelopen dertig jaar veel mensen hun schouders eronder hebben willen zetten, want dankzij hen staat Flevoland er op dit moment zo goed voor als het gaat om de sportinfrastructuur in zowel verenigingsverband als in de prachtige buitensportruimten die Flevoland heeft.”
Sportflevo © Copyright 2023 - Powered by iClicks